Onvruchtbaarheid en medisch begeleide voortplanting
Sinds 28 april zijn werknemers die een vruchtbaarheidsbehandeling of een programma van medisch begeleide voorplanting volgen, beter beschermd. De werkgever kan tijdens de beschermingsperiode niet langer eenzijdig de arbeidsrelatie beëindigen van de werknemer of werkneemster die een vruchtbaarheidsbehandeling of een programma van medisch begeleide voortplanting volgt, tenzij hij dat doet om redenen die niets te maken hebben met de voor de behandeling noodzakelijke afwezigheden.
De beschermingsperiode begint te lopen op het moment waarop de werkgever via een doktersattest op de hoogte wordt gebracht van het feit dat de werknemer een vruchtbaarheidsbehandeling of een programma van medisch begeleide voorplanting volgt en dat gedurende een termijn van twee maanden.
De werknemer kan bovendien meerdere doktersattesten indienen als de behandeling of het programma langer loopt. Daardoor begint telkens opnieuw een beschermingsperiode van twee maanden te lopen.
Lees meer