Keuzevrijheid voor spaarders
Open Vld liet zich inspireren door de Belgische Mededingingsautoriteit, die in een recent advies “een wijziging in de fiscale regelgeving ten gunste van een neutraliteit tussen beleggingen en spaarproducten” suggereerde. De partij zou immers graag de in artikel 21, eerste lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 opgenomen belastingvrijstellingen samenvoegen tot één bedrag voor alle beleggingsinstrumenten.
Concreet zou er per belastingplichtige een algemene basisvrijstelling komen van 1.147 euro per jaar, wat geïndexeerd voor het inkomstenjaar 2023 op 1.800 euro neerkomt. De herkomst van de roerende inkomsten, interesten of dividenden speelt geen enkele rol, waardoor de vrije keuze van spaarders en investeerders hersteld zou zijn.
Er werd gekozen voor een bedrag van 1.800 euro om ervoor te zorgen dat de vrijstelling niet te zwaar weegt op de overheidsfinanciën. Afgerond stemt het bedrag overeen met de som van de momenteel toegekende vrijstellingen op interesten op gereglementeerde spaarrekeningen (980 euro) en dividenden (800 euro). Voor dividenden die via juridische constructies zijn uitgekeerd of verkregen, zou de maatregel echter niet gelden.
Lees meer